Aartsvaders: EgypteNijldal en -delta![]()
Periode van de vroege dynastieën (1e en 2e dynastie, 3200-2780)Na de verovering van de Nijldelta door koning Narmer worden Boven- en Beneden Egypte door Aha/Menes verenigd. Memfis wordt de eerste hoofdstad van het verenigde rijk. Politieke en economische consolidatie blijkt o.a. uit uitgestrekte handelsrelaties. In het Zuiden van Israël (Tell Gat, Arad) en in Nubië zijn objecten ontdekt beschreven met namen van farao's uit de eerste dynastie. Het eerste hiëroglyfenschrift ontstaat. Oude Rijk (3e-6e dynastie, 2780-2150)
Eerste Tussenperiode (2150-2050)Verval, zwakte en wisselende macht kenmerken deze periode. Een van de oorzaken is een reeks bijzonder lage overstromingen van de Nijl, waardoor voedseltekorten optreden en de staatsinkomsten terug lopen. Bovendien zijn de vorsten van de ca. 40 gouwen (nomen) van Egypte steeds machtiger geworden en van steeds meer belastingen vrijgesteld. Het centrale gezag boet aan macht en prestige in. Relaties tussen Noord- (Memfis) en Zuid-Egypte (Thebe) worden instabiel. De malaise wordt in veel literatuur van deze periode godsdienstig geduid. Na een eeuw krijgt Thebe met steun van enkele belangrijke gouwen de overhand en kan Metuhotep II het land herenigen. Hier ligt in de conservatieve datering het begin van de periode van de aartsvaders, waarin Abraham tijdelijk naar Egypte trekt. Middenrijk (12e dynastie, 2050-1776)Een periode van vrede, krachtige centrale regering met Memfis als hoofdstad en welvaart. De landbouw bloeit dankzij irrigatie en de inpoldering van de Faijum oase in een slenk in de Lybische woestijn. De aanwezigheid van goud, koper, edelstenen en bouwsteen in Nubië leidt tot expansie naar het Zuiden. De grens wordt verlegd naar het tweede cataract, Egypte's invloedssfeer reikt tot het derde cataract. Er worden forten gebouwd langs de Sinaïgrens om het land te beschermen tegen de 'Aziaten' en 'zandbewoners' (de Vorstenmuur). In de Sinaï zelf worden kopermijnen ontgonnen (Serabit el-Khadim). De farao wordt minder vergoddelijkt; meer nadruk komt te liggen op zijn verantwoordelijkheid en zorg voor land en volk. Sesostris III beperkt de macht van de gouwvorsten drastisch. De verering van de goden komt tot uitdrukking in grootse bouwprogramma's van tempelcomplexen, waarin beelden van koningen en hoge ambtenaren verschijnen. Gedurende dit tijdperk, waarin veelvuldige contacten met 'Aziaten' bestonden, moeten Jozef en Jakob in Egypte zijn aangekomen. De Hebreeën krijgen de streek Gosen toegewezen in de oostelijke Nijldelta: een ‘ghetto’ voor een herdersvolk in een streek die de Egyptenaren mijden vanwege het risico van invallen. Tweede Tussenperiode (13e-16e dynastie, 1776-1540)Over deze periode van verval zijn betrekkelijk weinig gegevens bekend. Troonswisselingen en interne problemen ondermijnen het centrale bestuur. Ondanks de Vorstenmuur komen vele Aziaten de Nijldelta binnen. In het Zuiden schuift de grens terug tot het eerste cataract (Elefantine). Rond 1670 veroveren de Hyksos (Egyptisch heqa khoswe, heersers van vreemde landen; de 15e dynastie) de macht in de delta en Memfis. Hun afkomst is onduidelijk; men heeft hen wel verbonden met de Hurriërs/Horieten of Amorieten die met steun van de vele Aziatische immigranten in de delta de macht overnemen. Het laatste is meer waarschijnlijk: men vindt in deze periode geregeld namen van Semitische oorsprong in Egypte. Zij introduceren paard en strijdwagen in Egypte en overheersen het land vanuit de oostelijke Nijldelta. Hun hoofdstad Avaris beheerst de verbindingen met Kanaän .
Nieuwe Rijk (18e - 20e dynastie, 1540-1070)Hier bereikt Egypte het absolute hoogtepunt van zijn macht, rijkdom en expansie. Na het verdrijven van de Hyksos vestigt Ahmose I een nieuwe, zeer krachtige dynastie. Hij zou de farao kunnen zijn ‘die Jozef niet gekend had’ (Ex 1:8). Ramses II wordt in Syrië gestuit door de Hethietische koning Muttaswalli in de slag bij Kadesh (1275 BC) - de eerste veldslag met grote legers en tactische plannen. Beelden van bouwprojecten uit het Nieuwe Rijk vindt u hier.
Ramses III (ca. 1200) is de laatste grote koning van het Nieuwe Rijk. Hij slaat een invasie van de Zeevolken af. Op de afbeeldingen van de strijd in zijn dodentempel te Medinet Habu zijn o.a. Filistijnen duidelijk te herkennen. Daarna zakt het uitgeputte rijk langzaam weg als grootmacht.
Derde Tussenperiode (21e-24e dynastie, 1070-715)
Aan het einde van deze periode neemt de Assyrische expansie gevaarlijke vormen aan. Egypte neemt deel aan de anti-Assyrische coalitie in de slag bij Qarqar (853), om zijn belangen in Syrië veilig te stellen. Periode van de late dynastieën (25e-31e dynastie, 715-30 v.Chr)Nubische heersers vormen de 25e dynastie. Zij dringen de Assyriërs terug die onder Esarhaddon zijn doorgedrongen tot Thebe (671). In 667-62 slaat diens zoon Assurbanipal oplaaiend verzet neer en plundert Thebe. Egypte wordt een Assyrische provincie. Psammetichus I, vazal van Assur en grootvorst in de delta, breidt voorzichtig zijn macht uit en maakt zich in 658 onafhankelijk (begin 26e dynastie). Hij maakt op grote schaal gebruik van huurlingen uit Griekenland en ook Juda (militaire kolonie bij Elefantine, 1e cataract). Na de verovering door Cambyses in 525 wordt Egypte een Perzische provincie. De suprematie van het oude Nabije Oosten eindigt met de verovering door Alexander de Grote (332). Na diens dood regeert de 31e dynastie van Ptolemaeus, een van Alexanders generaals. Tot die dynastie behoort tenslotte Cleopatra. Zij en haar minnaar Marcus Antonius worden in 31vChr. verslagen door Octavianus, de latere keizer Augustus. Dat is het begin van de Romeinse overheersing. |
You need to login or register to post comments.
Reageer op dit artikel in het forum. (0 posts)