woensdag, 11 november 2009 15:54 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ballingschap en HerstelNaar Babel en terug: 605-422 voor Christus Ballingschap
Nebukadnezar valt Egypte binnen en onderwerpt het in 572. Door enorme bouwprojecten versterkt en verfraait hij Babylon (dubbele wallen, Ishtar poort, hangende tuinen, ziggurat en andere tempels). De Joodse gevangenen en Jojakin worden vermeld op klei tabletten in de koninklijke archieven. Na zijn dood begint de macht van Babylon af te nemen. Awel-Marduk/Evil-Merodach (562-560) laat Jojakin vrij ter gelegenheid van zijn troonsbestijging. Hij wordt vermoord door zijn opvolger Neriglissar (560-556), waarschijnlijk Nebukadnezars Deze sluit een verbond met Cyrus/Kores van Perzië om de aanbidding van de maangod Sin te kunnen herstellen. Hij verblijft daarvoor tien jaar lang in Teman (Arabie). Dat hij zijn godsdienstige plichten als koning tegenover Marduk niet nakomt, wordt hem door zijn volk erg kwalijk genomen. Tijdens zijn afwezigheid uit Babylon delegeert hij zijn gezag aan zijn zoon Belsazar. Zijn zwakke regering wordt tenslotte omver geworpen door Cyrus (539), die zich presenteert als de verlosser die ook de goden hun verdiende verering terug geeft. Belsazar wordt gedood, Nabonidus gevangen genomen maar goed behandeld. Perzië
In 539 neemt Cyrus/Kores Babylon in. Voorafgaand daaraan, is de macht van de Mediërs gegroeid gedurende de 7e eeuw. De gecombineerde Medische en Babylonische strijdkrachten vernietigen Ninevé in 612. De alliantie wordt bezegeld door het huwelijk van Nebukadnezar met een Medische prinses. Cyrus de Grote (559-530) begint als vazal van Medië. Hij verbindt zich met Babylon tegen Medië en onderwerpt het. Hij verslaat Croesus van Lydia, breidt zijn macht uit tot India en valt tenslotte Babylon aan dat onder Nabonidus' regering verzwakt is. Na de vestiging van zijn macht staat hij de gedeporteerde volken toe terug te keren naar hun vaderland en hun goden in hun tempels te herstellen. De Joden mogen ook hun tempelschatten mee terug nemen.
Darius III wordt in 331 beslissend verslagen door Alexander de Grote. Herstel van Juda (537-422 vChr)
In 537 vaardigt Cyrus het decreet (dikrona) uit dat onderworpen volken toestaat naar hun thuisland terug te keren en hun heiligdommen te herbouwen (cylinder van Cyrus). Onder leiding van Jozua en Zerubbabel, de kleinzoon van Jojakin, keren 40.000 Joden terug om hun tempel te herbouwen.
Ezra 7-12 beschrijft zijn eigen terugkeer in 458. Als schriftgeleerde zet hij zich ertoe de teruggekeerden te onderwijzen in de wet van Mozes. Hij spoort aan tot verbondstrouw, o.a. door het ontbinden van gemengde huwelijken. Deze impuls leidt tot groot enthousiasme onder de bevolking die kennelijk zelfs begint de muren van Jeruzalem te herbouwen. De Samaritanen ten Noorden van de stad zien dit met lede ogen aan. Mogelijk vrezen zij dat de lucratieve karavaanhandel zich naar de herbouwde stad zal verplaatsen. Zij lichten de Perzische koning in, die voor de versterking van de stad geen toestemming heeft gegeven. Met opdracht om het werk stil te leggen gebruiken zij kennelijk om de gedeeltelijk herbouwde muren en poorten plat te branden. Dit bericht bereikt de Joodse hofschenker Nehemia. Na maanden van rouw, gebed en voorbereiding verkrijgt hij de toestemming van koning Artaxerxes om de muren van Jeruzalem te herbouwen (445/4). Dan 9:27 profeteert over een rechtvaardige vorst die 69 jaarweken na dit decreet zal verschijnen en verworpen worden. Profeten na de ballingschap
Hierboven zijn Haggaï en Zacharia al genoemd als profeten die oproepen om de herbouw van de tempel te voltooien. Omstreeks 422 treedt Maleachi op als laatste profeet van het Oude Testament. Na het decreet van Cyrus in 537 keerden joden terug omde tempel in Jeruzalem te herbouwen. Er werd een altaar opgericht en fundamenten gelegd. Maar zodra er weerstand opkwam, werd het werk neergelegd. Meer dan vijftien jaar gingen voorbij. In 520 vChr. stonden de profeten Haggaï en Zacharia op en wezen het volk terecht vanwege hun gebrek aan ijver voor Gods tempel (Ezra 5:1-2, 6:14). Binnen een maand na Haggaï's eerste boodschap begon men opnieuw met de bouw onder leiding van Zerubbabel de gouverneur en Jozua de hogepriester. Zelfs het verzet werd tot zwijgen gebracht en omgekeerd in ondersteuning tegen wil en dank (Ezra 4-6). In ongeveer vijf jaren werd de tempel voltooid. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laatst aangepast op dinsdag, 09 november 2010 16:02 |
You need to login or register to post comments.
Reageer op dit artikel in het forum. (0 posts)